Voldoende huisvesting van goede kwaliteit – bouwen voor mensen, niet voor cijfers 01-12-2025
In onze reeks Van advies naar actie richten we ons vandaag op de vierde blog en de derde bouwsteen: voldoende, kwalitatief goede én veilige huisvesting voor arbeidsmigranten, het liefst dicht bij de plek waar zij werken.
Iedereen onderschrijft het belang: arbeidsmigranten verdienen een fatsoenlijke plek om te wonen. Toch lukt het nog te vaak niet om voldoende locaties te realiseren. De vraag stijgt, maar de capaciteit blijft achter. Gemeenten voelen de druk op wijken, werkgevers zien personeel weglopen en omwonenden vrezen overlast. De kloof tussen beleid en praktijk blijft groot. Terwijl de oplossing in de kern eenvoudig is: overheid en markt moeten elkaar versterken. De overheid faciliteert, de markt realiseert.
Waarom lukt het nu nog onvoldoende?
In onze eerdere blogs zagen we al dat registratie en handhaving een fundament vormen. Maar als het gaat om huisvesting is het beeld breder. Uit landelijke onderzoeken (SER, IBO, OVV) en onze eigen praktijk komt een aantal oorzaken terug die nog te weinig worden benoemd:
Van wegkijken naar plannen
De SER, IBO en de OVV zijn eensgezind: huisvesting hoort planmatig onderdeel te zijn van het lokale en regionale woonbeleid. Van wegkijken naar plannen. Te vaak zien we nog dat gemeenten erkennen dat huisvesting nodig is, maar geen ruimte durven te maken. Dan blijven plannen steken in goede bedoelingen of worden doorgeschoven naar buurgemeenten. Het resultaat: te weinig plekken, te lage kwaliteit en te veel improvisatie.
Wie huisvesting niet plant, krijgt vanzelf overbewoning, druk op wijken en malafide aanbieders. Het alternatief is helder: maak huisvesting van arbeidsmigranten onderdeel van de volkshuisvestingsopgave. Niet “ergens in de polder”, maar zorgvuldig ingebed in het lokale woon- en leefmilieu.
De norm is de ondergrens, niet het doel
De SNF- en AKF-normen zijn een goede basis (daarbij is de SNF-norm vanaf 1 juli 2025 gelijk aan de Roemer norm). Ze moeten zorgen dat woningen veilig, schoon en verantwoord zijn. Maar ze zijn de ondergrens, niet het einddoel. Ondernemers zouden uitgedaagd moeten worden om méér te doen. Kwaliteit in materiaal en beheer betaalt zich terug in tevreden medewerkers, minder verloop en meer draagvlak. En het verbetert de beeldvorming over de sector. De buurman klaagt minder snel over een goed beheerd pand dan over een overvol huis zonder toezicht. Investeren in kwaliteit is dus niet alleen sociaal wenselijk, maar ook zakelijk verstandig.
Samenwerken aan ruimte
Goede huisvesting begint bij ruimtelijke duidelijkheid. Arbeidsmigranten vallen vaak tussen logies, wonen en tijdelijk verblijf in. Dat maakt vergunningverlening traag en onvoorspelbaar. We zien nog veel te weinig dat:
- Huisvesting van arbeidsmigranten expliciet op te nemen in het volkshuisvestingsprogramma.
- Ruimte te reserveren in bestemmingsplannen of via de Omgevingsvisie.
- Tijdelijke vergunningen mogelijk te maken voor locaties dicht bij werkgebieden.
Ruimte schept vertrouwen. Bonafide ontwikkelaars durven pas te investeren als het beleid voorspelbaar is. Het Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening heeft een Handreiking huisvesting arbeidsmigranten gepubliceerd.
Wat kan er nu al?
Gemeenten en regio’s hoeven niet te wachten op landelijke wetswijzigingen. Er is veel dat vandaag al verschil maakt. Hieronder de belangrijkste oplossingsrichtingen met voorbeelden uit de praktijk:
- Combineer kwaliteit met voorspelbaarheid
Leg vooraf duidelijke kaders vast:
- waar huisvesting wel en niet kan (nabij werkclusters, bedrijventerreinen, logische mobiliteitsroutes);
- welke kwaliteitseisen gelden (SNF+, beheerplan, brandveiligheid, buitenruimte);
- hoe leefbaarheid wordt geborgd (huisregels, parkeren, fietsen, toezicht).
De gemeente Hardenberg koppelt vergunningen aan een verplicht nachtregister, beheerplan en periodieke controles. Het effect: minder grijze zones en sneller ingrijpen.
- Realiseer locaties dicht bij het werk
Geconcentreerde huisvesting op of nabij bedrijventerreinen, glastuinbouwclusters of logistieke hubs reduceert verkeersdruk, verhoogt veiligheid en verbetert draagvlak.
Wat werkt:
- campusmodellen met gemeenschappelijke voorzieningen;
- mobiliteitsshuttles of fietsafspraken;
- transformatie van panden binnen logische loop- of fietsafstand
- co-living concepten waarbij het niet alleen gaat over de huisvesting en de voorzieningen, maar ook over opleiding, zorg en welzijn waarvoor werkgevers een belangrijke verantwoordelijkheid nemen.
Op bedrijventerrein Keizersveld in Venray realiseerden gemeente en markt een wooncampus voor arbeidsmigranten op loop- en fietsafstand van grote logistieke bedrijven. De locatie werkt omdat drie voorwaarden consequent zijn geborgd: professioneel 24/7-beheer, duidelijke leefregels en directe betrokkenheid van werkgevers bij mobiliteit en begeleiding. Omwonenden ervaren nauwelijks overlast en handhaving is overzichtelijk, omdat de campus beheerd wordt als één locatie. Dit voorbeeld laat zien dat nabijheid van werk én goed beheer de sleutel vormen voor draagvlak. Lees meer over inspirerende voorbeelden in deze publicatie.
- Bouw regionaal, handhaaf regionaal
Regio’s die gezamenlijk programmeren, versnellen met:
- één kwaliteitskader;
- afspraken over spreiding;
- gezamenlijke inspecties;
- gedeelde VTH-capaciteit.
De regio Rivierenland werkt regionaal en voorkomt zo waterbedeffecten. West-Brabant bundelt VTH-capaciteit, waardoor inspecties vaker en specialistischer plaatsvinden.
- Werk met een integraal beheerplan
Een beheerplan maakt kwaliteit voorspelbaar en toetsbaar. Denk aan:
- 24/7 beheerder of bereikbaarheidsdienst;
- schoonmaak- en onderhoudsafspraken;
- leefregels en klachtenafhandeling;
Uit landelijke praktijkvoorbeelden blijkt dat goed beheer meer effect heeft op acceptatie dan de fysieke vorm van de huisvesting. Of het nu gaat om modulaire huisvesting, transformatie of campusconcepten: beheer maakt het verschil. In Montferland, Duiven en Zuidplas zijn dergelijke bepalingen opgenomen in het beleid huisvesting arbeidsmigranten.
- Koppel registratie aan huisvesting
Handhaving en huisvesting versterken elkaar.
- Nachtregister of logiesregister verplicht stellen.
- BRP-inschrijving actief faciliteren.
- Registratie koppelen aan toezicht.
Dit is essentieel om inzicht te behouden in bezetting en verblijfstermijnen, en voorkomt overbewoning. De gemeente Neder-Betuwe heeft hier al geruime tijd afspraken over met ondernemers en acteert hier ook al geruime tijd op en heeft hierdoor veel beter zicht op de groep gekregen.
- Communiceer vroeg en transparant
Draagvlak ontstaat niet door informatie achteraf, maar door vroegtijdige gesprekken, gebiedstafels en het serieus meenemen van zorgen. Gemeenten die open communiceren over aantallen, beheer en toezicht, krijgen meer vertrouwen én minder emotie in besluitvorming. Voor de gemeente Drimmelen is een participatieplan opgesteld, waarlangs het hele traject van beleidsontwikkeling is gewerkt: met breed draagvlak is het beleid aangenomen in de gemeenteraad!
Fatsoen als fundament
Arbeidsmigranten houden onze economie draaiende. Het minste wat we kunnen doen, is zorgen voor goede, veilige en kwalitatieve huisvesting — dichtbij het werk, met duidelijke regels en voorspelbare kwaliteit.
Landelijke hervormingen kosten tijd. Maar gemeenten en regio’s kunnen nu al enorme stappen zetten: door regionaal te programmeren, kwaliteit te borgen, beheer serieus te nemen en duidelijke afspraken te maken met marktpartijen.
Aan de slag dus – met huisvesting die waardigheid, werk en leefbaarheid verbindt.
Volgende column: “Communicatie en participatie – draagvlak bouw je met vertrouwen.” Over hoe openheid en samenwerking met inwoners en ondernemers beleid laten landen in de praktijk.