Atlas van Noordoost Fryslân primair onderwijs: Aan de slag met toekomstscenario’s 18-11-2014

< Atlas van Noordoost Fryslân

Interactieve bijeenkomst

Woensdag 12 november 2014 kwamen vertegenwoordigers van scholen (GMR’s, besturen, directeuren), andere kindvoorzieningen, Ministerie en gemeenten in de regio Noordoost-Fryslân bij elkaar in Dokkum. Onderwerp: de toekomst van het primair onderwijs in de regio. Eind juni is in de regio ook over dit onderwerp gesproken. Toen stonden de consequenties die leerlingendaling kan hebben voor de bereikbaarheid, kwaliteit en betaalbaarheid van scholen centraal. Aanwezigen gaven met stemkastjes hun mening over de toekomst van het basisonderwijs, waarna in een aantal scenario’s zichtbaar werd wat deze uitgangspunten voor gevolgen zouden hebben in de toekomst.

Normen en waarden 

De in juni getoonde scenario’s en stemresultaten vormden het startpunt voor deze vervolgbijeenkomst. Vandaag is het doel op zoek te gaan naar slimme oplossingen om met de opgave waar de regio voor staat, om te gaan. De genodigden die de vorige bijeenkomst niet hebben bijgewoond, kregen de gelegenheid ook hun stem uit te brengen. Ook deze keer lijkt er in de stemresultaten een discrepantie te zitten tussen het gewenste minimum aantal leerlingen (ca 60) en het maximum aantal gecombineerde jaargroepen (2). Om maximaal 2 jaargroepen te combineren in één klas, zou een school namelijk minimaal 80 leerlingen moeten tellen.

Huidige plannen 

Verschillende schoolbesturen gaven een inleiding op wat er al plaatsvindt in de regio: in een aantal kernen wordt aan fusies van scholen gewerkt, soms ook onafhankelijk van de denominatie. De fusies zijn vaak gunstig als het gaat om bedrijfsvoering, maar door een aanwezige werd ook geconstateerd dat leerlingen steeds vaker aangeven dat het niet leuk is om met 30 of 35 leerlingen op een school te zitten. Daarnaast vraagt het erg veel van het personeel, zeker ook als het gaat om activiteiten die op een school plaatsvinden naast het lesgeven.

Slimfit modellen

In een expositie zijn op een aantal posters stemresultaten, scenario’s en financiële consequenties daarvan weergegeven. De aanwezigen krijgen uitgebreid de gelegenheid de posters te bekijken en met de toelichting van Public Result dieper op de scenario’s in te gaan. Bij terugkomst in de plenaire zaal ontstaat direct discussie over het aantal groepen: er zijn ‘slimfit’- modellen waarmee de klassieke jaargroepen niet meer gelden. Niet iedereen is echter overtuigd van deze oplossing. Het staat vast dat in veel gevallen de kwaliteit van scholen samen met de kwaliteit van de leraren, maar ook dat het uitvoeren van sommige taken onder een bepaald aantal leerlingen erg lastig wordt. Aanwezigen geven ook aan dat het combineren van verschillende functies wellicht de levensvatbaarheid van scholen kan vergroten. Harco Dijkstra (accountmanager leerlingendaling van het Ministerie van OCW) geeft aan dat er wellicht ruimte is voor pilotscholen in krimpgebieden, maar dat financieringsstromen voor onderwijs en bijvoorbeeld kinderopvang moeilijk zijn te combineren. Wel wordt hiernaar gekeken vanuit OCW.

Innovatie, samenwerking en multifunctionaliteit 

Na een vruchtbare discussie wordt de aanwezigen door voorzitter Arjette de Pree gevraagd in drie groepjes uiteen te gaan en een aantal discussiepunten uit te werken. Een groepje gaat aan de slag met innovatieve concepten; een groepje gaat aan de slag met samenwerking tussen de besturen en het laatste groepje kijkt naar het aanhaken van andere functies bij het onderwijs. Deze uitwerkingen zijn vervat in drie business cases:

  • Innovatieve concepten: het zou goed zijn vakoverstijgend te gaan werken, met de ‘21st century skills’ als uitgangspunt. Eerst nadenken over waarom we iets gaan doen en later pas over wat en hoe. Schoolgroottes worden bij deze methode minder belangrijk.
  • Bestuurlijke samenwerking: de drie besturen aan tafel zaten een aantal jaar geleden ook bij elkaar, maar toen is de samenwerking niet van de grond gekomen. Nu is de ambitie hernieuwd: alle kinderen die onderwijs krijgen, moeten het onderwijs krijgen waar ze recht op hebben. Er wordt verdere samenwerking gezocht om onderwijs kwalitatief goed aan te sturen, goed bereikbaar te houden. Een gezamenlijk stafbureau is een optie, maar ook kan gezamenlijk naar partijen als het Ministerie van OCW worden getreden, om bijvoorbeeld te strijden voor de afschaffing van de fusietoets.
  • Aanhaken andere voorzieningen: hierbij is aangegeven dat onderscheiding belangrijk is, met een identiteit of concept en een gedragen visie onder andere partijen. De visie moet wel écht geadopteerd worden en als het ware ‘bij de mensen in de tenen’ zitten. Ontschotting van wet- en regelgeving is een belangrijke randvoorwaarde

Met de terugkoppeling van de business cases is deze vervolgbijeenkomst afgesloten. Het Ministerie van OCW sluit nog af met de constatering dat de input zeer waardevol was en dat regio’s subsidie kunnen aanvragen bij het ministerie van OCW voor de inzet van een regionale procesbegeleider zoals reeds actief in de Achterhoek en Zeeuws-Vlaanderen. De resultaten van de bijeenkomsten zullen worden verwerkt in integrale scenario’s voor de regio Noordoost-Fryslân, waarin ook veel andere thema’s zijn meegenomen.

Werken bij Public Result?