De economische motor van de regio Rivierenland draait op volle toeren. Daarbij is de regio zeer afhankelijk van de inzet van arbeidsmigranten. Het realiseren van voldoende en goede huisvesting vormt echter een grote uitdaging. Drie jaar geleden sloegen de acht gemeenten in de regio de handen ineen om het vraagstuk regionaal aan te pakken. Wethouder Nees van Wolfswinkel:  “Alles valt of staat bij draagvlak.”

Regio Rivierenland bestaat uit de acht gemeenten Buren, Culemborg, Maasdriel, Neder-Betuwe, Tiel, West Betuwe, West Maas en Waal en Zaltbommel. Vooral voor sectoren als fruitteelt en (glas)tuinbouw, maar ook voor de bouw, industrie en logistiek is de inzet van arbeidsmigranten onmisbaar, zegt Nees van Wolfswinkel. Hij is wethouder in de gemeente Neder-Betuwe en voorzitter van het portefeuilleoverleg Huisvesting Arbeidsmigranten Regio Rivierenland. Om de economie ook de komende jaren te laten floreren, is voldoende en goede huisvesting voor arbeidsmigranten noodzakelijk. Terwijl er in heel Nederland een schreeuwend tekort is aan woningen.

Spagaat

Dat is meteen de spagaat waarin de acht gemeenten zich bevinden, stelt Van Wolfswinkel. “Aan de ene kant moeten we deze arbeidsmigranten op een menswaardige manier huisvesten. Tegelijkertijd moeten we oppassen dat de reguliere woningmarkt hierdoor niet verstoord raakt.” Door de hoge woningnood dreigt ook in zijn gemeente het draagvlak voor de huisvesting van arbeidsmigranten af te brokkelen, merkt hij. “Soms wordt ons verweten dat we onze eigen inwoners vergeten. Maar mijn antwoord is dan altijd: Juist omdat ik aan arbeidsmigranten denk, denk ik ook aan jullie. Zo is er hier een bedrijf met 120 werknemers, bijna allemaal Poolse arbeidsmigranten. Om hen te huisvesten, heeft deze ondernemer zo’n beetje elke goedkope woning gekocht die in de omgeving op de markt kwam. Onze eigen inwoners, met name starters, hebben hierdoor nauwelijks kans om een huis te kopen. Daarom moeten we het vestigingsklimaat voor arbeidsmigranten beter reguleren. Bijvoorbeeld door samen met uitzendbureaus te kijken of we een campus kunnen opzetten voor de huisvesting van arbeidsmigranten. Zo komen er op de reguliere woningmarkt meer woningen vrij voor onze eigen inwoners.”

Huisvesting nabij werk

In 2019 besloten de acht gemeenten van de regio Rivierenland het vraagstuk regionaal aan te pakken. Want dat het anders moest, daar was men het unaniem over eens. Er werd een bestuurlijk portefeuilleoverleg Arbeidsmigranten Regio Rivierenland in het leven geroepen, waarbij de betreffende wethouders maandelijks samenkomen. Van Wolfswinkel werd voorzitter. “Onze ambitie is om voldoende goede en veilige huisvesting voor arbeidsmigranten te faciliteren, zoveel mogelijk dicht in de buurt van het werk,” vertelt hij. Dat laatste is belangrijk, want tussen de gemeenten is een flinke scheefgroei ontstaan. De meeste arbeidsmigranten in de regio, zo’n 4500, wonen op dit moment in Tiel, terwijl er in deze gemeente maar 500 arbeidsmigranten werken. Daardoor heeft Tiel te maken met diverse leefbaarheidsproblemen. Ter vergelijking: in Neder-Betuwe werken circa 800 arbeidsmigranten en er wonen er ongeveer even veel. “Door het vraagstuk als regio op te pakken en lokaal beleid te harmoniseren, ontstaat er een gelijk speelveld. En daarmee voorkomen we een waterbedeffect,” aldus de wethouder.

Regionale aanpak

Sinds 2021 wordt de regio Rivierenland hierbij ondersteund door Kees Stob van Public Result. Er is een regionaal beleidskader opgesteld en een bijbehorend uitvoeringsprogramma. Niet elke gemeente hoeft direct aan te sluiten. In de gemeenten Neder-Betuwe, Zaltbommel en Tiel was de urgentie het hoogst. In Tiel vanwege de druk op de bestaande woningvoorraad en leefbaarheidsproblemen; in Zaltbommel en Neder-Betuwe spelen economische motieven een belangrijke rol. Deze drie gemeenten hebben dan ook min of meer de leidende rol op zich genomen, zowel bestuurlijk als ambtelijk, vertelt Van Wolfswinkel. “Regionaal pakken we een aantal facetten op, zoals de registratie van arbeidsmigranten. Wie langere tijd in Nederland woont, moet ingeschreven zijn in de Basisregistratie Personen. Als inwoner van de desbetreffende gemeente heb je dan niet alleen de plichten, maar ook de bijbehorende rechten. Inmiddels hebben al zo’n vijfhonderd migranten zich aangemeld.” Hierdoor ontstaat onder meer een beter zicht op het exacte aantal arbeidsmigranten dat werkzaam is in de regio.

Een andere reden om regionaal samen te werken, is het delen van kennis. Van Wolfswinkel: “In Neder-Betuwe waren we bijvoorbeeld bezig met het opzetten van een nachtregister, toen we erachter kwamen dat onze buurgemeente Tiel al langer zo’n systeem gebruikte. Door kennis uit te wisselen voorkomen we dat iedere gemeente het wiel opnieuw moet uitvinden. Bovendien is het bijzonder nuttig om te leren van elkaars inzichten en ervaringen.”

Stakeholders betrekken

Om een goed beeld te krijgen van de situatie is er onder begeleiding van Public Result uitgebreid gesproken met overheid en marktpartijen. Want voor een succesvolle aanpak zijn samenwerkingen met marktpartijen onmisbaar, stelt Van Wolfswinkel. Hij illustreert dit met een concreet voorbeeld. “Veel uitzendbureaus helpen arbeidsmigranten zowel aan werk als aan een woning. Dat is een onwenselijke situatie. Want als iemand een andere baan vindt, moet hij vaak de al dag erna zijn huis uit. Daarom moeten we de verhouding werkgever en huisvester ontvlechten.” Samen met werkgevers, uitzendbureaus en huisvesters werken de acht gemeenten aan oplossingen. “Zo is er in Neder-Betuwe een lokale ondernemer die wil investeren in een internationaal arbeidshotel met driehonderd bedden. Een prima initiatief, dat ik graag wil faciliteren. Maar dan wil ik ook dat hij een deal sluit met het uitzendbureau, omdat het hotel wel moet worden ingezet voor onze mensen. Tegelijkertijd heb ik bedongen dat twintig procent van de bedden beschikbaar moet zijn voor spoedzoekers of statushouders waar we geen woning voor hebben.” Hij concludeert: “Als je regelmatig om tafel zit met je stakeholders, kun je ook dat soort afspraken maken.”

Behalve werkgevers, uitzendbureaus en huisvesters zijn er nog andere marktpartijen betrokken. “We moeten het echt samen doen,” zegt Van Wolfswinkel. “Lokale sportverenigingen kunnen bijvoorbeeld activiteiten opzetten voor arbeidsmigranten om te voorkomen dat ze zich in hun vrije tijd gaan vervelen. En daarmee verkleinen we de kans dat ze in de criminaliteit belanden. Er is zelfs een aantal kerken in onze gemeente aangesloten bij de klankbordgroep.”

Draagvlak

“Onder leiding van kwartiermaker Kees Stob van Public Result hebben we met z’n allen al veel besproken en bereikt, maar het zijn natuurlijk de gemeenteraden die uiteindelijk beslissen,” benadrukt Van Wolfswinkel. Hij prijst zichzelf gelukkig met een “heel coöperatieve gemeenteraad”. Dat komt volgens hem mede doordat hij de raadsleden bij elke stap betrekt. “Al vanaf een heel vroeg stadium heb ik hen consequent meegenomen in het proces. Want alles valt of staat bij draagvlak. Het is de belangrijkste factor voor succesvolle regionale samenwerking.”

Uitvoering

De uitvoering verloopt in twee fasen. De eerste fase, het uitvoeringsgereedmaken van de concreet te nemen maatregelen, is inmiddels afgerond. In de tweede fase wordt het uitvoeringsprogramma aan de colleges en raden voorgelegd. “We hebben verschillende werkgroepen in het leven geroepen, zoals een werkgroep registratie en informatie, een werkgroep kennisvermeerdering en monitoring, en een werkgroep controle en handhaving. Een aantal ambtenaren uit de regio gaat nu samenwerken aan zo’n item. Daarna is het de bedoeling om het programma in beleid vast te leggen, zowel binnen de regio als binnen de gemeenten. Nu moet het echt gaan gebeuren.” Hoe dat gaat uitpakken? “We zijn op de goede weg, maar niemand weet natuurlijk hoe de economie zich verder ontwikkelt. We leven in een onzekere tijd, misschien komen we wel in een recessie terecht. Toch denk ik dat het goed is om door te gaan met waar we mee bezig zijn, om te voorkomen dat we straks achter de feiten aanlopen,” antwoordt Van Wolfswinkel. “Want het zijn niet de sterken die overwinnen, maar de dapperen.”

Werken bij Public Result?